Gedurende de hele week is er een ruime variatie aan programma's op het Poetry International Festival. Van poëzievoordrachten tot live muziek en van debatten tot theater en een kinderprogramma.
Opening - Poetrypolis Poetrypolis
Alle dichters lezen een gedicht en creëren daarmee een poetrypolis, een stad van poëzie. Ze dragen een gedicht voor over het leven in de stad. Dit kan gaan over een bepaalde straat, een park, een restaurant, een ijssalon, een achterbuurt of een havengebied.
Speciaal voor dit programma wordt een plattegrond van deze poëziestad gecreëerd, een grafische weergave van de locaties waar de dichters hun inspiratie vonden. Deze unieke kaart, waar alle dichters elkaars buurtgenoten zijn, is de hele week in de Grote Zaal te bezichtigen.
Met medewerking van onder meer Maria Barnas (Nederland), Linda Maria Baros (Frankrijk / Roemenië), Philippe Beck (Frankrijk), Remco Campert (Nederland), William Cliff (België), Mangalesh Dabral (India), James Fenton (Groot-Brittannië), Andrea Gibellini (Italië), Robert Gray (Australië), Gerdur Kristný (IJsland), Peter van Lier (Nederland), Roni Margulies (Turkije), Mirta Rosenberg (Argentinië), Mirjam Van hee (België) en Szabolcs Várady (Hongarije).
Poetry Special - Ter Balkt en Geuze De meest opgewonden landschapsarchitect van Nederland en de man die de mooiste woorden leent aan modder, aardappelen en klei ontmoeten elkaar op maandag 9 juni in de Kleine Zaal.
Volgens Geuze is het op de zeebodem geraakte landschap de ziel van de Nederlandse Cultuur. En deze ziel wordt volgens Geuze door geen ander zo goed beschreven als door de dichter H.H. ter Balkt. Het voorstel voor een ontmoeting bracht Geuze zelfs ietwat in verlegenheid: al jaren is hij een stille grote bewonderaar van Ter Balkt, in wie hij de enige echte stem van het Nederlands landschap hoort.
De strijd ter behoud van het landschap van ter Balkt is minder luidruchtig dan die van Geuze, maar minstens zo intens. Ter Balkt, die in 1969 als Habakuk II de Balker debuteerde, schrijft aardse, potige poëzie, poëzie die uitgaat ‘van de natuur met al haar verminkingen.’ Bij het lezen van de gedichten voel je de klei aan je handen, herken je ‘de reuk van rauwheid’ van de aarde, de modder, de velden. Poëzie die je de ruwe, zwoegende en doorregende geschiedenis van ons landschap laat doorleven.
Landschapsarchitect Adriaan Geuze (Rotterdam, 1960) is professor landschapsarchitectuur aan de Harvard University en directeur van het befaamde West 8 Landscape Architects. Naast grote opdrachten als het nieuwe park op Governers’ Island voor Manhattan, maakt Geuze zich vooral kwaad. Over de diepe impasse waar de ruimtelijke ordening in Nederland is geraakt bijvoorbeeld of over de verrommeling van het landschap en het verdwijnen van het Groene Hart. Herkenbare elementen in zijn eenmansoorlog tegen het bureaucratisch-planologisch complex, waarbij projectontwikkelaars, planologen, architecten, politici en overheden elkaar met bestemmingsplannen en beroepsprocedures in de greep houden, zijn de acht meter hoge koeien langs de snelweg, landschappen met schelpen, surreële bloemenvelden en een standaardwerk over de Nederlandse polders.
Poetry Special - The Waste Land Tijdens dit programma zal de gehele tekst van The Waste Land integraal te horen zijn. James Fenton, dichter en voormalig Professor of Poetry aan Oxford University, belicht de literair-historische context van The Waste Land. Vertaler Paul Claes verleent eveneens zijn medewerking.
‘Complimenti, you bitch. I am wracked by the seven jealousies,’ schreef Ezra Pound aan T.S. Eliot nadat hij het manuscript van The Waste Land had gelezen. Het meer dan 430 regels tellende gedicht verscheen in 1922 en maakte Eliot van onbekende Bloomsbury salondichter plotsklaps wereldberoemd. Eliot gaf in The Waste Land gestalte aan de geestelijke leegte van de Westerse beschaving na de Eerste Wereldoorlog en maakte van Londen een hels landschap dat direct voortvloeit uit Dante’s La Divina Commedia. In zeer hedendaagse taal laat Eliot aan de hand van verschillende stemmen uit alle lagen van de maatschappij zijn afkeer blijken van het moderne stadsleven. Sommige hedendaagse critici suggereren dat Eliot persoonlijk veel te verbergen had, maar in zijn essays pleitte Eliot ervoor om afstand te bewaren tussen het leven van de dichter en het gedicht als kunstwerk.
Laat dat nu juist precies zijn wat dichter en vertaler Paul Claes niet heeft gedaan. Aan zijn recente vertaling Het barre land voegde Paul Claes een uitgebreid nawoord toe, waarin hij ingaat op de biografische achtergrond van het gedicht en de seksuele lading ervan.
Met medewerking van Paul Claes (dichter en vertaler), William Cliff (België), David Eeles (acteur), James Fenton (Groot-Britannië), Andrea Gibellini (Italië) en Henk van der Waal (Nederland).
Poetry Special - Zimbabwe Een ander venster op Zimbabwe
'De wereld kent slechts één venster op Zimbabwe: wreedheid, geweld en corruptie. Poetry International Web stelt ons in staat een ander venster te openen, zodat de wereld ook onze cultuur, onze rijkdom, onze poëzie kan zien', aldus Irene Staunton, redacteur Zimbabwe van Poetry International Web. De special Een ander venster op Zimbabwe omvat een interview met redacteur Irene Staunton, poëzielezingen door een jonge dichter wier werk volgens Irene Staunton een ‘nieuwe en krachtige stem in de canon van de Zimbabwaanse poëzie’ vertegenwoordigt, Togara Muzanenhamo. Samm Farai Monro, ook bekend als Comrade Fatso, treedt op als slamdichter en als muzikant, begeleid door de gitarist van zijn band, Chabvondoka. Comrade Fadso omschrijft zijn poëzie als ‘Toyi Toyi poetry, urban street poetry that mixes Shona with English, mbira with hip hop, poetry with the struggle to survive.’
Behalve voor ‘nieuwe’ poëzie, is er ook aandacht voor de exclusieve publicatie op Poetry International Web van nog ongepubliceerde werken van Charles Mungoshi en Julius Chingono, twee belangrijke Zimbabwaanse dichters die beiden te gast waren op eerdere edities van het Poetry International Festival. Ook wordt de low budget film ‘Zimbabwe’ van de Zuid-Afrikaanse filmmaker Darrell James Roodt getoond, een schrijnend en actueel drama over illegale arbeidsmigratie vanuit Zimbabwe naar Zuid-Afrika, gezien door de ogen van een negentienjarig weesmeisje.
Poetry Special - Gerard Reve In dit programma, gewijd aan de poëzie van Gerard Reve, komen verscheidene dichters aan het woord en worden bijzondere film- en geluidsfragmenten getoond.
De zelfverklaarde volksschrijver Gerard Reve geniet vooral bekendheid als de auteur van twintigste-eeuwse Nederlandse klassiekers als De avonden, Werther Nieland, Nader tot U en Op weg naar het einde. Reve’s poëtisch oeuvre is minstens even mooi en net als zijn proza doordrenkt van het besef dat de menselijke liefde ontoereikend is, en de mens afhankelijk is van de genade van God. Reve’s religieuze liederen zijn soms onweerstaanbaar grappig, dan weer tragisch, maar vaak een combinatie van beide die zo typisch is voor Reve’s werk.
In 1972 bedankte Reve voor een uitnodiging om voor te dragen op het Poetry International Festival. Hij schreef: "Voorts houd ik liever geheim, dat ik ook gedichten heb geschreven; ik verkoop geen boek meer, als men mij voor een dichter gaat houden. & wie betaalt dan de bakker & de slager? Niet de Rotterdamse Kunststichting. Dat bedoel ik. Ik bedoel: ik ben een schrijver, maar geen kunstenaar, & ik blijf liever uit de buurt van alles wat zich kunstenaar noemt."
Maar in het nawoord van zijn Verzamelde gedichten schreef hij een stuk serieuzer: "…ik [houd] het meest van godsdienstige en mystieke poëzie, mits zij echt en goed is, want ik ben een godsdienstige auteur, of U en ik er zin in hebben of niet: er is niets meer aan te doen."
Slot - Arcadia Arcadia, paradijs van onschuld en vrede
Tijdens het slotprogramma Arcadia, paradijs van onschuld en vrede lezen dichters hun gedicht over het ideale landschap en worden zij door de dichters Jan Baeke en Tsead Bruinja over hun persoonlijke Arcadia bevraagd.
Welk effect zal de enorme verstedelijking hebben op de poëzie van de toekomst? Meer dan tweeduizend jaar geleden verscheen er voor het eerst pastorale poëzie van de hand 'Theocritus'. Hij had het platteland voor de stad verlaten en schreef over het idyllische landschap van zijn kinderjaren, waarin hij in zijn gedichten verliefde herders en herderinnetjes laat ronddartelen.
Geïnspireerd door Theocritus schreef (de van zijn land verdreven) Vergilius, als eerste pastorale poëzie gesitueerd in Arcadia, het paradijselijk land van onschuld en vrede. In werkelijkheid was dit gebied op de Peloponnesus een zeer geïsoleerd en ruig stuk land waar de liefde voor muziek de enige blijk van civilisatie was van de primitief levende bewoners. Honderd jaar geleden leek de dichter Geert Gossaert (afkomstig uit Rotterdam) dit in zijn experimenten maar al te goed te begrijpen. In het gedicht ‘Surgit Nox’ vlucht de dichter uit de stad, maar wat hij daarbuiten aantreft belooft weinig goeds: ‘Vrees valt op me, vrees geleidt me langs mijn eenzaam pad.’ Bij Vergilius grazen nog de schaapjes op een zonovergoten weide, waar de bloemen bloeien en de herders vrolijk zingen en fluiten. Is dit wat wij ook van toekomstige dichters kunnen verwachten? Een poëzie waarbij het landschap slechts nog als geïdealiseerde herinnering wordt beschreven? Of wagen zij zich niet meer buiten de grenzen van de stad?
Presentatie: Jan Baeke en Tsead Bruinja. Met medewerking van H.H. ter Balkt (Nederland), Philippe Beck (Frankrijk), William Cliff (België), Mangalesh Dabral (India), Andrea Gibellini (Italië), Robert Gray (Australië), Peter van Lier (Nederland), Risto Oikarinen (Finland), Silke Scheuermann (Duitsland), Miriam Van Hee (Belgie) en Szabolcs Várady (Hongarije). Entr'acte van A Fula's Call.
Lesser-Used Languages: Dutch
Poetry International Festival
Throughout the week there will be a considerable range of programmes available at Poetry International. Everything from poetry readings to live music and from discussions to theatre and a children’s programme.
Opening programme - Poetrypolis During the opening programme there is a parade of the poets who can be seen and heard during the week of the festival. On Saturday evening, 7 June, poets will read a poem about how they experience the city, thereby creating a ‘poetrypolis’ – a city of poetry. Poets will be asked to read a poem that has been inspired by city life. For example, by a certain street... a park...a restaurant...an ice-cream parlour...a slum...a harbour area...or a square that nobody visits.
Bas Kwakman, director of Poetry International, is making a street plan of this city of poetry especially for this programme – a graphic reproduction of the locations where the poets found their inspiration. This unique map, where all the poets are each other’s neighbours, will be on show throughout the week in the Main Hall of Rotterdam City Theatre.
Those participating include Maria Barnas (Netherlands), Linda Maria Baros (France/Romania), Philippe Beck (France), Mangalesh Dabral (India), Gerdur Kristný (Iceland), Peter van Lier (Netherlands), Mirta Rosenberg (Argentina) and Szabolcs Várady (Hungary).
Poetry Special – The Waste Land During this programme, the text of The Waste Land can be heard in its entirety. James Fenton, poet and former Professor of Poetry at Oxford University, will shed light on the literary-historical context of The Waste Land. The translator Paul Claes will also be participating.
‘Complimenti, you bitch. I am wracked by the seven jealousies,’ Ezra Pound wrote to T.S. Eliot after having read the manuscript of The Waste Land. The poem, over 430 lines long, appeared in 1922, suddenly transforming Eliot from an unknown Bloomsbury salon poet into a world celebrity. In The Waste Land, Eliot gave shape to the spiritual vacuum of Western civilisation after the First World War, making out of London a hellish landscape that is a direct continuation of Dante’s La Divina Commedia. In extremely everyday language Eliot, via various voices from all strata of society, makes clear his abhorrence of modern city life. Some present-day critics suggest that Eliot personally had much to conceal, but in his essays Eliot argued that a distance must be maintained between the life of the poet and the poem as a work of art.
And this is precisely what the poet and translator Paul Claes has not done. To his recent translation Het barre land Paul Claes has added an extensive afterword, in which he deals with the biographical background to the poem and with its sexual charge.
Poetry Special – Gerard Reve In this programme, devoted to the poetry of Gerard Reve, various poets will be given the floor and special film and sound clips will be featured.
The self-declared popular author Gerard Reve is best-known as the author of some of the classic Dutch novels of the 20th century, such as The Evenings, Werther Nieland, Nearer to Thee and Approaching the End.
Reve’s poetic work is at just as beautiful as his prose, and likewise permeated by the realisation that human love is insufficient, and that man is dependent on God’s mercy. Reve’s religious songs can sometimes be irresistibly funny, or sometimes tragic – but are often a combination of both that is so typical of Reve’s work.
In 1972, Reve declined an invitation to read at the Poetry International Festival. He wrote: ‘Furthermore, I prefer to keep secret the fact that I have also written poems; I won’t sell another book if I’m thought of as being a poet. & who’s going to pay for the baker & the butcher then? Not the Rotterdam Art Foundation. That’s what I mean. I mean: I am a writer, but not an artist, & I would prefer to steer well clear of anything that calls itself an artist.’
But in the afterword of his Collected Poems, he wrote slightly more seriously: ‘...I most [like] religious and mystical poetry, providing that it is genuine and good, for I am a religious author, whether this is to your liking and mine or not: there’s nothing that can be done about it.’
Poetry Special – Zimbabwe The world only has one view of Zimbabwe: cruelty, violence and corruption. Poetry International Web enables us to open up another view, enabling the world to see our culture, our richness, our poetry,’ according to Irene Staunton, Zimbabwe editor of Poetry International Web. The special feature A Different Window on Zimbabwe contains an interview with editor Irene Staunton, and poetry readings by a young poet whose work, according to Irene Staunton, represents ‘a new, powerful voice in the canon of Zimbabwean poetry’. Samm Farai Monro, also known as Comrade Fatso, performs as a slam poet and a musician, accompanied by the guitar player from his band, Chabvondoka. Comrade Fatso describes his poetry as ‘Toyi Toyi poetry, urban street poetry that mixes Shona with English, mbira with hip hop, poetry with the struggle to survive.’
Apart from ‘new’ poetry, the exclusive publication of Poetry International Web also features as yet unpublished work by Charles Mungoshi and Julius Chingono, two important Zimbabwean poets who have appeared at earlier editions of Poetry International Festival.
The low-budget film ‘Zimbabwe’ by the South African film-maker Darrell James Roodt will also be shown – a harrowing and topical drama about illegal labour migration from Zimbabwe to South Africa, seen through the eyes of a nineteen-year-old orphan girl.
Conclusion – Arcadia During the concluding programme Arcadia, paradise of innocence and peace, poets will read their poem about an ideal landscape, and will discuss their personal Arcadia with the poets Jan Baeke and Tsead Bruinja.
What effect with the enormous degree of urbanisation have on the poetry of tomorrow? Over two thousand years ago, pastoral poetry appeared for the first time, written by ‘Theocritus’. He had left the countryside for the city and wrote about the idyllic landscape of his childhood years – a landscape in which he allowed love-stricken shepherds and shepherdesses to disport themselves.
Inspired by Theocritus, Vergil (a man banished from his own country) was the first to write pastoral poetry situated in Arcadia – a paradise-like land of innocence and peace. In actual fact, this part of the Peloponnese was a highly isolated, rough area of countryside where a love of music was the only indication of civilisation in an otherwise primitive population. A century ago, the poet Geert Gossaert (originally from Rotterdam) seemed in his experiments to understand this only too well. In his poem ‘Surgit Nox’, the poet flees the city, but what he meets outside it is hardly promising: ‘Fear falls upon me, fear accompanies me along my lonely path.’ In Vergil, there are still sheep grazing on the sun-drenched meadow, where the flowers bloom and the shepherds happily sing and play their pipes. Is this what we also can expect of the poets of tomorrow? A poetry where the countryside is only described as an idealised memory? Or will they not dare leave the limits of the city?
Presentation: Jan Baeke and Tsead Bruinja.
Those participating include William Cliff (Belgium), Andrea Gibellini (Italy), Robert Gray (Australia), Peter van Lier (Netherlands), Miriam Van Hee (Belgium) and Szabolcs Várady (Hungary).
Old Admin control not available waiting new website
in the next days...
Please be patience.
It will be available as soon as possibile, thanks.
De Dieux /\ SuccoAcido